Het voorleesproject richt zich zowel op autochtone als allochtone gezinnen, en is opgezet omdat is gebleken dat lezen bij veel kinderen onder de maat is. Dit kan zijn ontstaan doordat zij Nederlands als tweede taal gebruiken of doordat zij zijn opgegroeid in een taalarme omgeving.

Een voorleesvrijwilliger gaat wekelijks langs bij een gezin met een kind dat moeite heeft met de Nederlandse taal. Het interactief voorlezen van de vrijwilliger prikkelt de taalontwikkeling en vergroot het gevoel voor (boeken)taal en de woordenschat. 

Bij het voorlezen worden de kinderen actief betrokken. Daarna wordt nagepraat over het verhaal of een spelletje gedaan. Spelenderwijs komen er veel woorden voorbij. Leuk voor de vrijwilliger, de kinderen én hun ouders.